zondag 22 februari 2009

LILLE, VILLE SUR L’ILE

Geplaatst onder: Algemeen — John @ 1.56

De afgelopen week was het even reces: geen vergaderingen, geen andere afspraken. Even tijd om bij te komen van de toestanden van de afgelopen weken. Ik bedoel natuurlijk de interpellatie over Het Warenhuis en de berichtgeving daarover voor en na. De verleiding daar op in te gaan is groot, maar ik zal hem weerstaan. Ik ben immers voorwerp van onderzoek, dan houd je zelf even je mond. Binnenkort wordt duidelijk wie in opdracht van de burgemeester dat onderzoek zal uitvoeren.

Van de gelegenheid hebben we gebruik gemaakt om even weg te zijn: drie dagen naar Lille in Noord-Frankrijk. Ooit bekend als Rijsel en in Vlaanderen gelegen, sinds de expansiepolitiek van koning Lodewijk XIV (1668) deel van Frankrijk. Geen mens die er nog Vlaams spreekt, ze verstaan het zelfs nauwelijks meer, ondanks dat de taalgrens geen 20 km verwijderd is.

Een stadsbezoek, de moeite waard
Lille is een prachtige stad, als je je beperkt tot het centrum. Er omheen een en al troosteloosheid, met sloppenwijken, caravankampjes, vervallen industrie en veel grijzigheid. Voorsteden als Roubaix en Tourcoing, ooit bloeiende textielsteden, zijn nu plaatsen waar je, als je alleen afgaat op wat je er vanaf de spoorlijn van ziet, nog niet dood gevonden wil worden. Lille zelf is echter een ”boomtown”. Na 1950 ook zelf in zwaar weer gekomen, heeft de stad zich spectaculair hersteld en is nu het middelpunt van een krachtige metropool met meer dan een miljoen inwoners (waaronder ook die sloppenbewoners, dat wel). Het ligt dan ook in het midden van de driehoek London - Parijs - Brussel, per trein op een dik uur van alle drie gelegen. Eigenlijk zoals Leiden in het midden ligt van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, maar ja, zo ziet de stad dat zelf niet. En dus profiteren we daar ook onvoldoende van. Maar dat terzijde.

We hebben veel rondgelopen, meestal in droog maar bewolkt weer bij zo”n 6oC. Prima wandelweer dus, ook als je in een stad loopt. De eerste dag hebben we het historische centrum ”gedaan”. Om te beginnen natuurlijk met de kelderverdieping van het Musée des Beaux Arts, waar (een deel van) het Musée des Plans Reliefs is gevestigd. Daar staan twaalf enorme maquettes van steden in Noord-Frankrijk, België en Zuid-Nederland (de Spaanse Nederlanden eigenlijk) die oorspronkelijk waren bedoeld om belegeringen door het Franse leger voor te bereiden, of verdediging van Franse vestingen mogelijk te maken. Ze stammen uit de periode 1670-1830. “Enorm” is enorm: de grootste meet 9,5m bij 5,5m! Ze zijn op een eenheidsschaal gemaakt van 1:600 (1cm van de maquette is 6m in de werkelijkheid). Een voor die tijd opmerkelijke decimale eenheidsmaat. Je moet er natuurlijk van houden, maar het is een fantastisch gezicht tussen die maquettes te lopen en je als een vogel te voelen die in 1700 op 300m hoogte op Maastricht afvliegt. Met moeite heb ik er een foto van kunnen nemen, het is er namelijk erg donker. Zie het matige resultaat van een plaatje van het Noord-Franse stadje Bergues (vlakbij Duinkerken).

090218-plan-relief-bergues-musee-lille.jpg

De rest van de dag hebben we de antiquaren afgelopen op zoek naar oude kaarten en atlassen, ter aanvulling op een toch al veel te grote verzameling (6200 kaarten, bijna 1000 atlassen en kaartboeken). In een nieuwe stad is altijd wel iets te vinden, al wordt het moeilijker leuke dingen tegen betaalbare prijzen te vinden. Het is toch gelukt: een enorme plattegrond van Brugge (1953), een leuke kaart van het departement Nord (waar Lille de hoofdstad van is) uit 1890 (dat is heel vroeg!) met verkeersstromen, een gerepareerde plattegrond van Roubaix, locale productie uit ±1910, altijd moeilijk te vinden, een paar Art Nouveaukaartjes van Franse departementen en nog zo wat. Catalogi van kaarten met prijsindicatie bestaan in de praktijk niet, dus het is vaak: wat de gek er voor geeft. We hebben er naar ons idee niet te veel voor betaald. We rekenden onszelf rijk met het feit dat een kaart die we de vorige keer dat we in Lille waren niet hebben gekocht omdat we ”m te duur vonden, inmiddels verkocht bleek. We hebben veel minder uitgegeven dat we alsnog bereid waren voor die ene kaart neer te tellen. Maar toch: allebei dezelfde hobby hebben is gevaarlijk voor je portemonnee…. daarom leggen we onszelf om de zoveel tijd droog: dan geen nieuwe aankopen!

De tweede dag hebben we een rondje om het centrum heen gemaakt en daar allerlei interessante architectuur gezien. Waaronder het volgende voorbeeld van geslaagde stadsvernieuwing:

090219-stadsvernieuwing-lille.jpg

waarschijnlijk een oude school die tot appartementen is omgebouwd, en als klap op de vuurpijl het volgende exuberante Art Nouveaupand in een onooglijke 19e eeuwse wijk tussen het centrum en de périférique (ringweg):

090219-art-nouveauhuis-lille-2.jpg

Water, hoe kan het anders?
Nog één ander ding viel aan Lille op: de afwezigheid van open water. De naam is juist een aanduiding van veel water: Lille is een verbastering van l”Á®le, het eiland. Maar alleen bij de gigantische citadel loopt een gekanaliseerd riviertje, van de grachten of de oorspronkelijke loop van de DeÁ»le is niets terug te vinden. Er is wel een gedempte haven en een Rue Basse (waar dat riviertje gelopen heeft), maar verder alleen steen. Het ongewilde, maar voor Nederlanders inmiddels maar al te bekende bijeffect treedt dus ook op: grondwateroverlast, en lekkende en stinkende rioleringen. Er is veel in de stad geïnvesteerd, maar kennelijk niet in de grond. Het rioolstelsel oogt archaïsch. Dat gaat ze nog veel geld kosten!

Franse politiek
Een paar dagen uitblazen van Nederlandse politiek geeft de kans je weer eens te verdiepen in de gang van zaken in een andere politieke wereld: de Franse. De beste ingang om daar kennis mee te maken is het lezen van Le Monde, nog steeds in mijn ogen een van de beste kranten ter wereld.
Net als overal elders hakt de crisis er ook in Frankrijk met zevenmijlslaarzen in. De eerste golven van ontslagen, met name in de autoindustrie, komen op de mensen af. Dat lokt de onvermijdelijke roep om protectionistische maatregelen uit en daar heeft Frankrijk van oudsher toch al een handje van. Daarnaast is messieur le Président, Nicolas Sarkozy, nogal een bazig typje, die de ene hervorming na de andere afkondigt, vaak in scherpe bewoordingen die hele volksstammen tegen hem in het harnas jagen. Zo schijnt hij in januari in een toespraak de rechtspositie van wetenschappers bij het grofvuil gezet te hebben ten overstaan van een groot gehoor van … wetenschappers. Massale protestacties en demonstraties zijn het gevolg en een voor lange tijd verziekte verhouding tussen de president en de intellectuele elite. Maar dat deert hem niet: wie moet hem immers ter verantwoording roepen? Sarkozy heeft de mond vol van “geen verantwoordelijkheid zonder verantwoording” en daarmee schuift hij de ene prefect na de andere minister ter zijde, maar zelf hoeft hij aan niemand verantwoording af te leggen. Na zijn verkiezing in 2007 heeft hij beloofd regelmatig naar het parlement te komen om zich te laten bevragen, maar het is er nog niet van gekomen: te druk met regeren. Sarkozy bemoeit zich met alles tegelijk, le président omniprésent (de alomtegenwoordige president). Ondertussen is de regering (minister-president en zo”n 30 ministers) tot een figurantenrol gedegradeerd, de president regeert per decreet en via de media, met een rechtstreeks beroep op de publieke mening die alle deelbelangen zou overstijgen. Een verontrustende ontwikkeling die we ook in Italië kunnen zien gebeuren en de zoveelste uitwas van “directe democratie”. Het grote belang van machten die elkaar in evenwicht houden en elkaar controleren dreigt op deze manier weggespoeld te worden van de flitsdemocratie. Gaan we dat in Nederland ook meemaken? Ik mag hopen van niet, maar als we niet zelf investeren in begrip van het belang van die machtenscheiding, in staatsburgerschap en in lange termijn denken, dan krijgen we het vanzelf. Een opgave voor de komende tijd, ver voorbij de dagelijkse problemen - die natuurlijk ook aangepakt moeten worden. Het gewone handwerk gaat door en begint voor mij maandag weer!

John Steegh

1 Reactie »

  1. Door onze burgemeester werd in de raadsvergadering van 10 februari j.l. een uitspraak gedaan als zou het in Nederland gebruikelijk zijn dat burgemeesters de onderzoeksopdracht naar het integer handelen van wethouders formuleren en verstrekken aan een (extern) onderzoeksbureau. Daarmee de indruk wekkend dat dit ook ergens wettelijk is vastgelegd in het gemeenterecht en dat er voor de gemeenteraad geen rol is weggelegd.

    Hoogst merkwaardig. Een burgemeester heeft natuurlijk op het gebied van integriteitszaken wel een aantal wettelijk vastgelegde taken. Zo valt te denken aan de BIBOB-wetgeving, de verstrekking van de verklaring van goed gedrag aan burgers in zijn gemeente of het integriteitsonderzoek voorafgaand aan de toelating tot het raadslidmaatschap. Maar nergens staat expliciet vermeld dat een onderzoek naar de bestuurlijke integriteit van een wethouder als voorrecht is voorbehouden aan de eerste burger van onze stad. Ik vind het ook eigenlijk ongewenst; de burgemeester gaat nu in feite zijn eigen collegelid onderzoeken. Zoiets past niet in een duaal bestel. Het is ook weinig collegiaal ten opzichte van de collega in het college. De gemeenteraad heeft andermaal met zich laten sollen door de onderzoeksopdracht zomaar uit handen te geven aan de burgemeester. Deze raad controleert onvoldoende zoals ook de Leidse Rekenkamercommissie terecht concludeert in het recent gepubliceerde rapport ´De Raad aan het stuur´.( www.leiden.nl/dspage.asp?objectid=70027 ) Nu gaat het in deze kwestie natuurlijk niet om kaderstelling, maar een raad die niet gebruik maakt van het instrumentarium waarover het beschikt is geen knip voor de neus waard.

    In de gemeente Dinkelland (3 afgetreden wethouders in één keer) werd de onderzoeksopdracht overigens gewoon middels motie geformuleerd door de gemeenteraad. Zie deze link: www.cda-dinkelland.nl/Fractie_nieuws/Bing/ Hopelijk heeft Lenferink wel het Bureau Integriteit van de VNG (BING) ingeschakeld en niet één of ander duur extern advies -of accountantsbureau zoals KPMG.

    Reactie door R. Dentener — vrijdag 27 februari 2009 @ 2.50

RSS feed voor comments op dit bericht. TrackBack URL

Plaats een reactie