maandag 26 april 2010

Geplaatst onder: Algemeen — John @ 12.40

De volgende tekst heb ik ingezonden bij het weblog “Publiekrecht en politiek” in reactie op een log met de titel “Help, het waterschap verzuipt!” waarin wordt beargumenteerd waarom de waterschappen niet zonder wijziging van de Grondwet kunnen worden opgeheven. De discussie moet natuurlijk niet gaan over de vraag of de Grondwet al dan niet het bestaan van waterschappen voorschrijft, maar waarom we ze hebben en eventuele zouden willen houden. Vandaar mijn reactie, die als volgt luidt:

“In het politieke geweld van deze dagen waarin de waterschappen met simpele pennestreken van tafel worden geveegd zal deze juridische discussie over wel of niet móeten bestaan van waterschappen geen grote rol spelen. Kennelijk hebben de waterschappen het even gedaan voor de dames en heren politici (zijnde die 2% van de bevolking die lid van een politieke partij, waarvan maximaal 10% actief aan de besluitvorming mee doet).

Achterliggende vraag zou moeten zijn: waarom hebben we eigenlijk waterschappen? Omdat Nederland voor een groot deel zou worden weggespoeld door zee- en/of rivierwater als daartegen geen bescherming was. Dat dat de afgelopen twee eeuwen maar één keer echt is gebeurd (1953) heeft alles te maken met het feit dat we specifiek voor watertaken betálen (en er toen nog veel te veel amateuristische waterschappen waren). De waterschapsbelastingen waarvan de opbrengst maar aan dat ene doel besteed mag worden vormen de basis om verwaarlozing te voorkomen en ons droge voeten te garanderen. En om het water schoon te krijgen en te houden, want bij die heffing speelt het zelfde.

De crux is nu, dat iedere overheid met zo’n doelheffing de taak naar behoren zou kunnen uitvoeren, ook provincies, maar dat de ervaring leert dat algemene bestuurders altijd wegen weten te vinden om doelheffingen toch voor andere dingen uit te geven. Het is niet voor niets dat de Vereniging Eigen huis nog steeds geen proefproces durft te starten tegen gemeenten die de opbrengst van de bouwleges voor andere doeleinden gebruiken. Dus moet er niet alleen specifiek geld geheven worden voor veiligheid en schoon water, maar moet er ook een bestuur zijn dat er op gemaakt is het alleen aan dat doel te besteden: het waterschapsbestuur. Voor droge voeten en schoon water heb ik wel € 23 mln. over.

Of zouden de politieke partijen ineens van de waterschappen afwillen omdat ze bij de waterschapsverkiezingen verrassend hebben verloren van WaterNatuurlijk, de ‘groene’ (natuur) en ‘blauwe’ (sportvissers) waterschappers die - gesteund dor D66 en GroenLinks - de meeste zetels haalden in wat geacht werden boerenrepublieken te zijn?

In ieder geval wil ik graag kunnen blijven zeggen: ik ben van na de Watersnoodramp en dat wil ik graag zo houden!

John Steegh, voorzitter WaterNatuurlijk Zuid-Holland”